De Massale Israëlische Hetze Tegen Francesca Albanese.
Al meer dan eens had ze zich zeer kritisch over de genocide in Gaza door Israël uitgelaten: Francesca Albanese, de speciale Rapporteur voor de Mensenrechtensituatie in de Bezette Palestijnse Gebieden. Dit is de Israëlische bezetting echter niet in de spreekwoordelijke “koude kleren” gaan zitten. Albanese had mét Israël ook nog de met de Joodse staat zestig grote internationale technologiebedrijven gelieerde in verband met de genocide in Gaza aangeklaagd. Daarom vond de bezetting dat het nu tijd was om een massale hetze tegen Albanese te beginnen om haar campagne tegen die genocide te verdoezelen en haar naam in diskrediet te brengen. De Arabische factchecker “Misbar” heeft er een uitgebreid en lang artikel over:
“Een Israëlische propagandacampagne richt zich via misleidende Google-advertenties op Speciaal VN-Rapporteur Albanese.”
[19 juli 2025, door Ahmed Kahlani]
“Sinds 4 juli voert de Israëlische bezetting een gecoördineerde digitale campagne om het imago van de speciale rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden, Francesca Albanese te bezoedelen. De campagne maakt gebruik van betaalde Google-advertenties die misleidende berichten promoten die, wanneer Albanese’s naam of zoekwoorden die met haar werk verband houden ingevoerd worden, bovenaan de zoekresultaten verschijnen. Deze advertenties richten zich op een specifieke doelgroep in de Verenigde Staten en verschillende Europese landen, en vallen samen met de toegenomen media- en diplomatieke bekendheid van de VN-rapporteur na de publicatie van een rapport waarin tientallen internationale bedrijven worden beschuldigd van medeplichtigheid aan het ondersteunen van de Israëlische genocide in Gaza.
Wanneer u op de drie puntjes bij een advertentie in de zoekresultaten klikt, verschijnt er een venster waarin uitgelegd wordt, dat de advertentie gefinancierd wordt door het “Israeli Government Advertising Ahency”, een officiële instantie waarvan de identiteit volgens het Advertising Transparency Center geverifieerd is.
De bijbehorende pagina, “Waarom krijgt u deze advertentie te zien?” getiteld, legt uit dat de reden voor de weergave op een schatting van de geografische locatie van de gebruiker en de zoektermen die hij of zij in zijn of haar zoekopdracht heeft gebruikt, gebaseerd is. Dit weerspiegelt een nauwkeurige targeting-strategie die van advertentietools van Google gebruikmaakt om content op een specifieke doelgroep op basis van locatie en interesses te richten.
Via het onderzoek werd toezicht gehouden op de digitale campagne die via Google Ads werd uitgevoerd, en werd de voortgang ervan nauwlettend gevolgd. Daarbij werden de tools, distributiemechanismen en targeting geanalyseerd. Het onderzoek onthult de digitale methoden die gebruikt worden om het imago van speciaal VN-rapporteur Francesca Albanese te verdraaien en de wereldwijde publieke opinie via betaalde en gecoördineerde content tegen haar te beïnvloeden.
Het rapport bevat ook een analyse van de inhoud van de desinformatie die in de campagne gebruikt werd en benadrukt de partijen die aan de promotie ervan bijgedragen hebben, hetzij via directe steun, hetzij via het onvermogen van digitale platforms om inhoud die in strijd met hun beleid is te controleren.
Analyse van de structuur van misleidende advertenties in Google-resultaten.
Via het onderzoek werden vanaf verschillende geografische locaties zoekopdrachten uitgevoerd, waar voor de naam van speciaal VN-rapporteur Francesca Albanese verschillende trefwoorden gebruikt werden. Het experiment toonde aan dat de inhoud van de advertenties, afhankelijk van de locatie en de zoektermen van de gebruiker enigszins varieerde, maar dat ze in de vorm en inhoud die Israël aan gebruikers over wil brengen, allemaal overlappend waren.
Uit de analyse is gebleken dat de advertenties op de uitgebreide tekst-advertentiestijl die Google aan adverteerders te beschikking stelt, gebaseerd is. Deze stijl bestaat uit een hoofdkop, twee beschrijvingen en sub-links (sitelink-extenties). Deze worden doorgaans gebruikt om de gebruiker naar de verschillende pagina’s binnen de site te leiden.
Een van de geanalyseerde advertenties had de kop “Francesca Albanese Controverse” en vijf links die naar diverse content duidden, maar die naar slechts twee pagina’s doorverwezen. De hoofdkop en de eerste twee links leidden naar één pagina met de titel: “Francesca Albanese: Een uitgebreid onderzoek naar wangedrag als speciaal VN-rapporteur”, terwijl de derde en vierde links naar een aparte pagina met de titel “De connectie tussen UNRWA en Hamas in Gaza” doorverwezen, hoewel hun titels een directe link met Albanese suggereerden.
Het patroon weerspiegelt een opzettelijke poging om de interface van de advertentie visueel op te blazen door links te dupliceren en het weergavegebied te vergroten. Dit vergroot de kans op klikken en wekt de illusie van meerdere bronnen en content bij de gebruiker. In werkelijkheid wordt de gebruiker naar gerichte en misleidende content doorgestuurd die één verhaal vertelt, wat op het systematische gebruik van betaalde advertenties als propagandamiddel binnen een georganiseerde desinformatiecampagne wijst.
Uit een controle van de pagina over het Israëlische overheidsreclame bureau in het Ad Transparency Center van Google bleek dat de bezetting van 4 tot en met 10 juli in verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten en verschillende Europese landen, een reeks gesponsorde advertenties tegen Francesca Albanese begon te promoten.
Uit gegevens blijkt ook dat sommige advertenties tot 18 juli in andere landen, waaronder Nederland, Spanje, Frankrijk, Zweden, Denemarken, Italië en Zwitserland, bleven verschijnen.
Als we de advertenties die het Israëlische overheidsreclamebureau via verschillende Google-services promoot bekijken, wordt het duidelijk dat de campagne die op de speciale rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de Palestijnse gebieden die sinds 1967 bezet zijn gericht is, deel van een breder patroon van digitale campagnes uitmaakt, die op organen van de Verenigde Naties, met name UNRWA, gericht zijn.
Sinds begin 2025, heeft het Ad Transparency Center van Google minstens 39 gesponsorde advertenties in deze context gedocumenteerd, wat op de omvang en persistentie van deze campagne duidt, en de inzet van digitale advertentietools om gerichte politieke programmadoelen te bereiken.
Een gesponsord propagandarapport valt speciaal VN-rapporteur Albanese met misleidende en opruiende beschuldigingen aan.
Het rapport dat door een Israëlische overheidsinstantie via betaalde Google-advertenties gepromoot werd en dat als een “objectief rapport, gebaseerd op een uitgebreid onderzoek van openbare bronnen, officiële rapporten en gedocumenteerde verklaringen” gepresenteerd werd, een reeks misleidende beweringen en ongefundeerde beschuldigingen bevat. Het weerspiegelt een direct, beschuldigend discours dat tegen Francesca Albanese gericht is.
Ondanks de titel “Comprehensive Review” is de inhoud van het rapport openlijk van politieke aard, door een officiële instantie gefinancierd, en op een medewerker van de VN gericht is.
Uit het rapport blijkt dat Francesca Albanese de ethische normen van het Bureau van de Hoge Commissaris (OHCHR) heeft geschonden. Deze normen omvatten de beginselen van objectiviteit, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en eerlijkheid.
Albanese heeft deze beschuldigen ontkend en benadrukt dat ze zich aan professionele normen houdt. In eerdere verklaringen heeft ze benadrukt dat “echte neutraliteit niet onverschilligheid of nalatigheid, maar juist objectiviteit, eerlijkheid en het aankaarten van mensenrechtenschendingen” inhoudt.
Een van de beschuldigingen in het rapport is dat Albanezen deelnamen aan evenementen door organisaties die door Israël als “terrorist” aangemerkt zijn, zoals Al-Haq en het Palestijnse Terugkeercentrum. Deze aanduiding maakt deel van een terugkerend patroon uit, waarbij de Israëlische bezetting organisaties die zich voor de verdediging van Palestijnse rechten inzetten, probeert, zonder internationaal erkend juridisch hiervoor te leveren, te criminaliseren.
Deze Israëlische classificatie wordt in het rapport gebruikt om Albanese, door haar van samenwerking met ‘terroristische organisaties’ te beschuldigen, in diskrediet te brengen. Dit ondanks het feit dat Al-Haq bijvoorbeeld in 2019 in Genève de Human Rights and Business Award op het Business and Human Rights Forum van de VN won, wat de internationale erkenning van haar positie en geloofwaardigheid weerspiegelt.
In het rapport wordt ook beweerd dat Albanese externe financieringsbronnen voor haar officiële bezoek aan Australië en Nieuw-Zeeland in november 2023 verhuld had. Dit zou een ‘schending van artikel 6’ van de gedragscode van de VN zijn. Albanese heeft deze beschuldigingen eerder ontkend en details over het bezoek verduidelijkt, terwijl de Israëlische entiteit die deze beschuldigingen verspreidt, zich op controversiële bronnen, waaronder UN Watch, baseerde, een organisatie die om haar scherpe kritiek op de Verenigde Naties en haar openlijke steun voor het Israëlische beleid bekend staat.
Beschuldigingen van antisemitisme, verdraaiing van het internationaal recht, verdraaiing van de Holocaust en ontkenning van het ‘bestaansrecht’ van Israël behoren tot de beschuldigingen die vaak tegen critici van het Israëlische beleid geuit worden, Vaak ontbreekt echter een duidelijke juridische definitie of schriftelijk bewijs, en soms worden ze in politieke contexten gebruikt om kritiek het zwijgen op te leggen.
Her rapport besluit zijn opruiende campagne met de bewering dat het gedrag van Albanese de legitimiteit en geloofwaardigheid van het VN-mensenrechtensysteem ernstig geschaad en tot “wereldwijde veroordeling” geleid heeft. Het rapport gebruikt deze retoriek om rechtstreeks tot het ontslag van Albanese op te roepen en om staten “die mensenrechten en objectieve integriteit verdedigen” te vragen, actie tegen haar te ondernemen.
Interessante timing voor de anti-Albanese campagne.
De lancering van de advertentiecampagne tegen Francesca Albanese viel samen met een toename van de media-aandacht voor haar naam op sociale media en in zoekmachines, met name Google. Deze belangstelling volgde op haar publicatie op 30 juni van een rapport, waarin meer dan zestig internationale bedrijven van medeplichtigheid bij het ondersteunen van wat zij de genocide op de Palestijnen door de Israëlische bezetting noemde, beschuldigd werden.
Simultaan digitaal en diplomatiek targeten.
De digitale campagne, op Francesca Albanese gericht, staat niet van gelijktijdige diplomatieke stappen los. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken kondigde de toevoeging van de VN-rapporteur aan de sanctielijst aan. Het ministerie rechtvaardigde deze beslissing met wat het omschreef als Albaneses “samenwerking met het Internationaal Strafhof in procedures die Amerikaanse of Israëlische burgers kunnen treffen.”
In een officiële verklaring beschreef het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken haar activiteiten als “bevooroordeeld en kwaadaardig” en achtte haar niet voor de functie van Speciaal Rapporteur geschikt. Ook werd haar beschuldiging van antisemitisme en steun aan terrorisme ten laste gelegd. Dit zijn dezelfde beschuldigingen als in het Israëlische rapport dat via Google-advertenties gepromoot werd.
In dezelfde context deed de Amerikaanse senator Marco Rubio uitspraken, waarin hij Albanese ervan beschuldigde, een “politieke en economische oorlog tegen de Verenigde Staten en Israël te voeren.”
Het onvermogen van Google om misleidende advertenties te bestrijden, draagt bij aan de lastercampagne tegen Albanese.
Hoewel Google een duidelijk beleid hanteert dat gesponsorde advertenties die misleidende, aanstootgevende inhoud bevatten of die gericht zijn op individuen of entiteiten met opruiing en smaad verbiedt, roept het toestaan van een advertentie van de Israëlische overheid boven de zoekresultaten waarin Francesca Albanese aangevallen wordt, vragen op over de mate, waarin het bedrijf zich aan dit beleid houdt.
De advertentie, gefinancierd door het Israëlische overheidsreclamebureau, bevatte ongefundeerde beschuldigingen, waaronder beschuldigingen van antisemitisme, het ontvangen van niet bekendgemaakte financiering en het steunen van organisaties die als “terroristisch” aangemerkt zijn, zonder enig geloofwaardig bewijs of bron. De advertentie had ook een misleidende titel, waarin werd beweerd dat het een “Uitgebreide Review” was, terwijl het in werkelijkheid een propagandarapport van een overheidsinstantie was dat een VN-medewerker vanwege haar standpunten over mensenrechten aanviel.
Een van de meest opvallende aanwijzingen voor de nalatigheid van Google, is de toestemming om misleidende links in de advertentie te tonen. Eén van die links lijkt “Vragen en antwoorden over het rapport” te heten, maar in werkelijkheid wordt de gebruiker naar een heel ander rapport, dat over een vermeende relatie tussen Hamas en UNRWA gaat.
De neutraliteit van Google wordt verder in twijfel getrokken door de standpunten van enkele oprichters. Sergey Bin, medeoprichter van het bedrijf, omschreef de Verenigde Naties als “duidelijk antisemitisch” naar aanleiding van een VN-rapport waarin grote technologiebedrijven, waaronder Google, werden beschuldigd, aan de oorlog in Gaza bij te dragen, door aan de Israëlische regering en het leger geavanceerde technologie te leveren.
Automatisch SafeSearch inschakelen voor de naam van Albanese op Google.
Een van de meest opvallende technische indicatoren is het automatisch verschijnen van een ‘SafeSearch’-vlag bij het zoeken naar de naam van Francesca Albanese, ondanks dat haar werk professioneel en juridisch van aard is en geen inhoud bevat, die voor deze functie in aanmerking zou komen.
Google legt uit dat SafeSearch ontworpen is om pornografische of gewelddadige content te blokkeren. Activering ervan in een context die dergelijke content niet bevat, roept echter vragen op over het classificatiemechanisme en het mogelijke gebruik van technische tools om de perceptie ten gunste van personen die kritiek op het Israëlische beleid hebben, te beïnvloeden.
Albanese onthult de betrokkenheid van grote technologiebedrijven bij de steun aan de Israëlische genocide.
De Israëlische campagne tegen Francesca Albanese volgt op haar publicatie van een rapport met de titel: “Van de economie van bezetting naar de economie van genocide.” Hierin beschuldigde ze meer dan zestig grote internationale bedrijven van medeplichtigheid aan het ondersteunen van misdaden tegen Palestijnen door Israël van apparatuur en diensten te voorzien, die gebruikt worden om Gaza te vernietigen, mensenrechten te schenden en nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever te promoten.
Het rapport benadrukte de transformatie van de Israëlische economie naar activiteiten die volgens het rapport op genocide neerkomen. Het rapport merkte op dat deze economie gevoed wordt door partnerschappen met bedrijven die actief zijn in sectoren zoals de wapenindustrie, bouw, zwaar materieel, energie, landbouw, toerisme en financiën, evenals technologie-kunstmatige intelligentie- en cybersecuritybedrijven zoals Google, Microsoft en Amazon. Volgens het rapport leveren deze bedrijven diensten op het gebied van bewaking, cloud-computing en data-analyse, die gebruikt worden om Palestijnen te volgen en systematische schendingen van hun rechten te plegen.
Albanese benadrukte in het rapport dat de rol van deze bedrijven verder gaat dan het leveren van commerciële diensten en dat ze in feite partners in schendingen worden, omdat ze rechtsreeks van een economie profiteren, die op schendingen van het internationaal recht gebaseerd is. Ze riep op om deze bedrijven en hun leidinggevenden ter verantwoording te roepen, en merkte op dat sommige praktijken volgens het internationaal recht op individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid neer kunnen komen. Ze drong er bij de internationale gemeenschap tevens op aan om een einde aan alle vormen van economische en commerciële samenwerking met de bezetter te maken.
Herhaalde VN-targeting via Google-advertentietools.
De recente Israëlische campagne tegen Francesca Albanese is geen uitzondering, maar onderdeel van een systematisch patroon van het targeten van VN-instellingen en- personeel via digitale hulpmiddelen, met name door Google gesponsorde advertenties.
Misbar had eerder al over een soortgelijke campagne van de Israëlische bezetting tegen UNRWA bericht, waarbij dezelfde advertentieplatforms om beschuldigingen te verspreiden die tegen de organisaties en haar medewerkers waren gericht. De campagne richtte zich op internetgebruikers in verschillende regio’s, waaronder de Verenigde Staten, landen in het Midden-Oosten en Afrika, waar de advertenties enkele maanden lang uitgezonden werden.
De herhaling van deze praktijken wijst op een systematisch gebruik van politieke advertenties om internationale tegenstanders te misleiden. Hun heropleving in de context van targeting burgers onderstreept Google’s onvermogen om het gebruik van zijn platforms in overeenstemming met de door hem gestelde normen van neutraliteit, transparantie en geloofwaardigheid te reguleren, met name wanneer het om het targeten van officiële VN-organen gaat.”
Bron: Misbar.com [nadruk toegevoegd]
