(1) ‘Israeli’ smear campaign against Anas Al-Sharif culminates in his killing – YouTube

Een van de pogingen van Israël om de waarheid over haar massale zuiveringen – sommigen noemen dit een ‘genocide’ – te verhullen is haar oorlog tegen de journalisten in Gaza. Hoewel  er al veel journalisten in Gaza al het leven aan Israëlische raketaanvallen het leven verloren hebben, schijnt dit niet zo goed gelukt te zijn: de gruwelijke beelden die journalisten van de slachting van de Palestijnse bevolking door de Joodse staat in Gaza opgenomen hebben, zijn inmiddels al enige tijd op het internet te zien. Toch geeft Israël de strijd tegen de verslaggevers die er nog zijn, niet op. 

De Palestijnse Journalist Anas Al-Sharif. 

Een van de meest recente slachtoffers die door Israël vermoord werden, is de Palestijnse journalist Anas Al-Sharif. Dat Israël ook deze lafhartige moord heeft weten te plegen, blijkt wel uit de leugens die Israël over hem verspreid had; hij zou eigenlijk een “terrorist” geweest zijn, die binnen Hamas de leiding over een ‘cel’ gehad zou hebben. Vóór zijn dood, had de vader van Al-Sharif al dreigementen van de kant van Israël ontvangen over wat er zou gebeuren als hij er met zijn activiteiten in Gaza niet op zou houden. 

“Het leger eiste de moord op en beweerde dat hij” [Anas Al-Sharif] “leiding gaf aan een “cel” binnen Hamas. Het Comité ter Bescherming van Journalisten [CPJ] waarschuwde voor de lastercampagne en zei dat de beschuldigingen er op gericht waren om zo “toestemming te krijgen” om Al-Sharif te vermoorden. De vader van Al-Sharif werd nadat hij door het Israëlische leger bedreigd was dat hij zijn verslaggeving zou staken, eerder in de oorlog gedood.”


“Beschuldigingen van terrorisme zonder bewijs: Hoe heeft Israël de weg voor de moord op Anas Al-Sharif vrijgemaakt?” 

Nadat we het artikel over de moord op de Palestijnse journalist Anas Al-Sharif gepubliceerd hadden, kwamen we te weten dat ook Bayan Hamdan [van ‘Misbar’] hier over geschreven had. Dit is dan een goede – en lange – aanvulling op wat wij er al in het kort over geschreven hadden. De bovenstaande titel van het artikel van Hamdan maakt het al duidelijk: dat Al-Sharif tijdens zijn verslaggevingsactiviteiten in Gaza de leiding over een “cel” binnen Hamas zou hebben gehad, werd door Israël zonder bewijs gepresenteerd. Hier volgt het artikel: 

“Afgelopen zondagavond, 10 augustus 2025, voerde Israël een luchtaanval uit op een tent van journalisten in de buurt van het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad. Hierbij kwamen journalist Anas Al-Sharif en vier van zijn collega’s om het leven: Mohammed Qreiqea, Ibrahim Zaher, Mohammed Noufal en Moamen Aliwa, die allemaal voor het nieuwsnetwerk Al Jazeera werkten. 

Het Israëlische leger erkende verantwoordelijk te zijn voor de aanval en beweerde dat Anas Al-Sharif lid van een Hamas-cel was. Deze bewering werd door Al Jazeera, het Comité ter Bescherming van Journalisten, andere mensenrechtenorganisaties en VN-organen later echter als “niet gebaseerd op geloofwaardig bewijs” omschreven. 

In dit artikel beschrijft Misbar de meest prominente beschuldigingen die het Israëlische leger tegen Anas Al-Sharif vóór zijn moord heeft geuit in een duidelijke poging om zijn dood te rechtvaardigen en zijn verantwoordelijkheid te ontlopen. Deze praktijk, die al sinds het begin van de aanhoudende oorlog in Gaza toegepast wordt, is rechtstreeks op journalisten gericht om hun stem te laten verstommen en de documentatie van zijn” [Israëls] “misdaden te voorkomen. 

Adraee beschuldigt Al-Sharif ervan de activiteiten van Hamas-leden te verdoezelen. 

In augustus 2024 beschuldigde de Arabische woordvoerder van het Israëlische leger, Avichai Adraee, Al Jazeera-correspondent Anas al-Sharif ervan dat hij “de activiteiten van Hamas en de Islamitische Jihad vanuit de Al-Tabi’in-school” in Gaza-Stad in de doofpot stopte. De school bood onderdak aan ontheemden en was het doelwit van het Israëlische leger. 

Anas al-Sharif documenteerde het bloedbad van de Israëlische bezetting, waarbij meer dan honderd mensen omkwamen en tientallen gewond raakten. Avichai beschuldigde hem ervan de namen van de Hamas-leden die het doelwit waren, zonder enig bewijs te leveren. Hij zei: “Ik ben ervan overtuigd dat hij de namen van een groot aantal Hamas-terroristen onder de doden op de school kent, maar hij vertelt een leugen, waarvan de motieven niets met de bevolking van Gaza te maken hebben.”

Het Comité ter Bescherming van Journalisten uitte zijn bezorgdheid over de veiligheid van de correspondent van Al Jazeera, Anas al-Sharif, in Noord-Gaza, nadat een woordvoerder van de Israëlische Defensiemacht hem ervan beschuldigde “een leugen te presenteren” over de aanval op de Ti’bin-school. Al Jazeera veroordeelde de “flagrante daad van intimidatie en opruiing” van Israël tegen al-Sharif, en stelden dat de opmerkingen het Israëlische leger “niet slechts een aanval op het karakter en de integriteit van Anas zijn, maar ook een duidelijke poging om de waarheid te verhullen en degenen die moedig verslag vanuit Gaza doen, het zwijgen op te leggen.” 

Over de Israëlische bewering dat zes journalisten van Al Jazeera lid van Hamas of de Islamitische Jihad zouden zijn. 

In oktober 2024 publiceerde het Israëlisch leger op haar officiële website een verklaring, waarin beweerd werd dat zes journalisten van Al Jazeera in de Gazastrook, waaronder Anas al-Sharif, banden met Hamas en de Islamitische Jihad hadden. De verklaring publiceerde de namen en foto’s van de beschuldigde journalisten, evenals screenshots van een spreadsheet met het logo van Hamas, die volgens het leger bewijs vormden van de betrokkenheid van de journalisten bij terroristische activiteiten. 

Al Jazeera heeft op zijn beurt een verklaring uitgegeven, waarin de beschuldigingen van het Israëlische leger verworpen worden en waarin de zender de “ongefundeerde beschuldigingen” van het Israëlische leger veroordeelt. Volgens de zender zijn journalisten “agenten” die voor de militaire tak van Hamas werken om de “propaganda” van de beweging in de belegerde Gazastrook promoten.* 

“We vrezen nu dat deze zes het doelwit zullen worden”, aldus Rebecca Vincent, campagneleider van Journalisten Zonder Grenzen in Parijs. “We herhalen dat journalisten geen terroristen zijn, en de publicatie van deze documenten alleen bewijst hun politieke voorkeur niet en geeft Israël geen vrijbrief om te doden.” 

Eerder in 2024 onderzocht Journalisten Zonder Grenzen de moord op de Al Jazeera-correspondenten, Ismail al-Ghoul en Rami al-Rifi door Israël. Zij werden door een drone-aanval op hun auto gedood, kort nadat ze live-verslag hadden gedaan vanaf een locatie in de buurt van het huis van Ismail Haniyeh, hoofd van het politieke bureau van Hamas, die destijds in Iran vermoord werd. 

Terwijl Israël beweerde dat al-Ghoul “een agent van de militaire vleugel van Hamas en een terrorist van de elitebrigade” was, bracht een onderzoek van Journalisten Zonder Grenzen “talrijke inconsistenties” in het Israëlische bewijsmateriaal aan het licht, waaronder de bewering dat al-Ghoul in 2007 een militaire rang kreeg toen hij tien jaar oud was. 

Avichai Adraee: “Anas al-Sharif is een Hamas-agent die betrokken is bij de campagne om de mensen in Gaza uit te hongeren.”

Afgelopen juli plaatste Avichai Adraee een video op zijn sociale media-accounts waarin hij Anas al-Sharif ervan beschuldigde, tranen en emoties over het lot van de inwoners in Gaza te veinzen. Hij beschouwde hem zelfs als onderdeel van de hongersnoodcampagne, die momenteel tegen de inwoners van Gaza gevoerd wordt. Hij beschuldigde hem er herhaaldelijk van, lid van Hamas te zijn en verantwoordelijk voor de hongersnood onder de inwoners van Gaza te zijn.

Het Comité ter Bescherming van Journalisten heeft een verklaring uitgegeven, waarin het, na de recente beschuldigingen Adraee, zijn bezorgdheid over de veiligheid van Anas al-Sharif uitspreekt. In de verklaring wordt opgemerkt dat de cyberaanvallen van Adraee op al-Sharif  zijn geëscaleerd, en hij, nadat hij over de radio tijdens zijn verslaggeving over de honger in Gaza had gehuild, er ten onrechte ervan beschuldigd wordt, een Hamas-terrorist te zijn. 

“We zijn diep bezorgd over de herhaaldelijke bedreigingen van de Israëlische militaire woordvoerder Achivai Adraee, tegen Anas al-Sharif, de correspondent van Al Jazeera in Gaza, en we roepen de internationale gemeenschap op hem  te beschermen:, aldus Sarah Qudah, regionaal directeur van het Comité ter Bescherming van Journalisten. Dit is niet de eerste keer dat het Israëlische leger Anas al-Sharif tot doelwit gekozen heeft, maar het gevaar voor zijn leven is nu acuut. Israël heeft tijdens deze oorlog minstens zes journalisten van Al Jazeera in Gaza gedood. Deze laatste poging, op “valse beschuldigingen” gebaseerd, is een poging om goedkeuring voor de moord op Al-Sharif te veinzen. 

In de verklaring werd opgemerkt dat het Israëlische leger, zonder bewijs, beweerde dat verschillende van de journalisten, waaronder vier medewerkers van Al Jazeera, Hamza al-Dahdouh, Ismail al-Ghoul, Rami al-Rifi en Hussam Shabat, die het opzettelijk in Gaza gedood had, terroristen waren. Hun dood wordt door het Comité ter Bescherming van Journalisten als “moorden” geclassificeerd. 

Irene Khan, de speciale VN-Rapporteur voor de veiligheid van meningsuiting, zei: “De cyberaanvallen en valse beschuldigingen van het Israëlische leger tegen Al Jazeera-journalist Anas al-Sharif, zijn een schaamteloze poging om zijn leven in gevaar te brengen en zijn verslaggeving over de genocide in Gaza het zwijgen op te leggen.”

Ze voegde er aan toe: “Ik ben zeer bezorgd over de herhaaldelijke bedreigingen en beschuldigingen aan het adres van Anas al-Sharif, de laatste overlevende journalist van Al Jazeera in Noord-Gaza, door het Israëlische leger.” 

Khan legde uit dat de zorgen over de veiligheid van Al-Sharif terecht zijn, aangezien er steeds meer bewijs is dat het Israëlische leger “op basis van ongefundeerde beschuldigingen dat het Hamas-terroristen zijn” aangevallen en gedood heeft. Ze uitte haar diepe bezorgdheid over het feit dat het Israëlische leger Al-Sharif en andere journalisten herhaaldelijk, zonder dat daar enig bewijs voor was, ervan beschuldigde, terroristen of Hamas-aanhangers te zijn.

Nog een beschuldiging: Anas al-Sharif is een leider van een Hamas-cel en betrokken bij het lanceren van raketaanvallen op Israël. 

Het Israëlische leger bleef beschuldigingen en leugens tegen Anas al-Sharif, zelfs nadat hij het doelwit geworden was, verspreiden; dit in een poging de verantwoordelijkheid voor de moord te ontlopen. In overeenstemming met het duidelijke beleid om journalisten als doelwit te nemen, beweerde het leger dat hij een leider van een Hamas-cel was, die bij het afvuren van raketten op Israël betrokken was, en dat hij zich als journalist voordeed. 

Al Jazeera verwierp de aantijgingen, en noemde ze ongegrond. Volgens Al Jazeera is deze beschuldiging een poging om de stemmen van de laatste journalisten die nog in Gaza wonen, het zwijgen op te leggen. In deze context vertelde Irene Khan in exclusieve verklaringen aan Al Jazeera dat het Israëlische leger “de waarheid wil doden” door elke stem die vertelt over wat er in de Gazastrook gebeurt, het zwijgen op te leggen. Ze benadrukte dat Al Jazeera-correspondent Anas al-Sharif een “moedige journalist” was, die ondanks de directe bedreigingen van zijn leven, zijn werk voortzette. 

Khan uitte haar diepe verdriet over de moord op Al-Sharif en zijn collega’s en zei dat haar eerdere waarschuwingen het Israëlische leger er niet van hadden weerhouden om met het direct aanvallen van journalisten door te gaan. Ze beschreef het als “eerloos.”

Terrorisme: Israëls kant-en-klare aanval op journalisten.

Sinds het begin van de aanhoudende oorlog in Gaza richt het Israëlische leger zich rechtstreeks op Palestijnse journalisten. Hierdoor is er een recordaantal doden gevallen onder journalisten en mediamedewerkers in de twee jaar sinds het begin van de oorlog op 7 oktober 2023. 

Het Comité ter Bescherming van Journalisten schat dat volgens een rapport dat op 5 augustus bijgewerkt is, er tijdens de aanhoudende oorlog in Gaza 186 journalisten door Israëlische aanvallen zijn gedood. Als de vijf journalisten die gisteravond het doelwit waren, meegerekend worden, komt het totale aantal op minstens 191. 

Het laatste rapport van het Palestijnse Journalistensyndicaat, gepubliceerd op 31 juli, stelt dat er sinds het begin van de oorlog 232 journalisten gedood zijn. De discrepantie in de cijfers is te wijten aan het feit dat het Comité ter Bescherming van Journalisten [CPJ] strikte individuele verificatie hanteert en onderscheid maakt tussen “journalist” en “mediamedewerker”, waarbij slechts bevestigde gevallen of gevallen met een onbevestigd journalistiek motief worden vermeld. Het PJS daarentegen hanteert bredere methodologieën en vertrouwt meer op lokale en professionele bronnen in Gaza, wat tot hogere cijfers leidt, die een breder scala aan mediamedewerkers en gevallen omvatten, die het CPJ mogelijk nog niet geverifieerd heeft. 

De aanpak van de bezetting om journalisten aan te vallen, is duidelijk geworden. Het proces begint meestal met het Israëlische leger dat de bewering verspreidt dat de journalist die het doelwit van de bezetting is, deel uitmaakt van Palestijnse verzetsbewegingen, zoals Hamas of de Islamitische Jihad in Gaza. De media van de bezetting blijven deze bewering, zonder enig bewijs te leveren, verspreiden, en het proces culmineert in de moord op de journalist op basis van deze herhaaldelijke bewering. 

Voordat Adraee de Palestijnse journalist Hussam Shabat afgelopen maart tot doelwit maakte, beschuldigde hij hem er herhaaldelijk van, zonder overtuigend, verifieerbaar bewijs te leveren, lid te zijn van de aan Hamas gelieerde Beit Hanoun Brigade. Het Israëlische leger had ook de naam van Shabat op een lijst van zes journalisten die sinds oktober 2024 van lidmaatschap van Hamas en de Islamitische Jihad beschuldigd werden. 

De bezettingsmachten hanteerden dezelfde aanpak bij de journalisten Ismail al-Ghoul en Manza al-Dahdouh. Ze beschuldigden hen van terrorisme en van lidmaatschap van Hamas. Deze beschuldigingen werden steeds weer herhaald om de aanvallen op hen te rechtvaardigen.”

Bron: https://www.misbar.com

[* Hieruit blijkt dat die journalisten weliswaar zekere banden met Hamas hadden, maar niet, zoals het Israëlische leger beweert, dat ze “Hamas-terroristen” of “Jihad-terroristen” zouden zijn geweest]

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

close-alt close collapse comment ellipsis expand gallery heart lock menu next pinned previous reply search share star