De Rijdende Rechter: Commotie om de Kat. Antoinette, Haar Kat & Ruzie met de Buren.
Hier is een van de vele afleveringen van “De Rijdende Rechter.” In deze aflevering gaat het om Antoinette die de eigenaar is van een kat. Die kat had ook de gewoonte om bij de buren op bezoek te gaan die hem te eten gaven; volgens hen werd die door Antoinette niet goed verzorgd. Antoinette was het hier echter niet mee eens; die wilde dat de buren haar kat niet meer bij hen binnen zouden laten en hem voeden; en zo was er uiteindelijk een kleinschalig conflict tussen haar en haar buren ontstaan.
“Heb Zij Geen Kat en Ik Ook Niet Meer.”
Degene die de rijdende (meester Frank Visser) altijd trouw begeleid, is Victor. Vlak voordat meester Visser arriveert, bezoekt hij buren die met elkaar een geschil hebben om van ieder van hen hun kant van het verhaal aan te horen. Dat deed hij dus ook bij Antoinette en haar buren. Tijdens het gesprek met Antoinette vroeg Victor haar onder meer het volgende:
“Wat doet de hele zaak met u?”
(Antoinette): “Ja, dat doet me heel veel. Maar als dit zo blijft, heb ik maar één iets.”
(Victor): “En dat is?”
(Antoinette): “Sheba in laten slapen.”
(Victor): “Méént u dat?”
(Antoinette): “Meen ik echt.”
(Victor): “Maar waarom denkt u dat dat dat de enige oplossing is?”
(Antoinette): “Heb zij geen kat en ik ook niet meer.”
Het Oordeel van Koning Salomo: over Twee Vrouwen Die een Geschil over Twee Kinderen Met Elkaar Hadden.
Bijna meteen nadat Antoinette die laatste woorden over haar kat had gezegd, kwam de Bijbelse geschiedenis van Salomo en twee vrouwen die met elkaar een geschil over twee kinderen hadden, bij mij in gedachten. En warempel, even later, een eind verderop in de video, tijdens de hoorzitting, had meester Frank Visser het er ook over:
“Ja, maar als u zegt dat u Sheba een spuitje gaat geven, als het verkeerd afloopt, dan duwt u mij in de rol van koning Salomon. Ik krijg er toch wel een probleem mee als ik bij wijze van spreken de kat moet gaan toewijzen (daar lijkt het een beetje op) aan iemand die in staat is om die kat dood te maken want, ja, als zij hem maar niet krijgt.”
Dan volgt hier de geschiedenis van Koning Salomo en twee vrouwen die ieder een geschil over elk hun kind hadden:
“Toen kwamen er twee vrouwen, hoeren, bij de koning, en zij gingen voor hem staan. De ene vrouw zei: Och, mijn heer, ik en deze vrouw wonen in één huis, en ik heb bij haar in huis een kind gebaard. Het gebeurde op de derde dag nadat ik gebaard had, dat deze vrouw ook en kind baarde. Nu waren wij samen, geen vreemde was er bij ons in huis.
Toen is de zoon van deze vrouw ’s nachts gestorven, omdat zij op hem gelegen had. En zij is midden in de nacht opgestaan, heft mijn zoon bij mij weggenomen, terwijl uw dienares sliep, en heeft hem in haar schoot gelegd; en haar dode zoon legden zij in mijn schoot. Toen ik ’s morgens opstond om mijn zoon te voeden, zie, hij was dood. Diezelfde morgen echter bekeek ik hem goed, en zie, het was mijn zoon niet, die ik gebaard had.
Toen zei de andere vrouw: Niet waar, de levende is mijn zoon en de dode is uw zoon. De eerste zie daarentegen: Niet waar, de dode is uw zoon, en de levende is mijn zoon! Zo spraken zij ten overstaan van de koning. Toen zei de koning: Deze zegt: Dit is mijn zoon, de levende, en uw zoon is de dode, en die zegt: Niet waar, uw zoon is de dode, en mijn zoon is de levende. Vervolgens zei de koning: Breng mij een zwaard; en zij brachten een zwaard bij de koning. En de koning zei: Snijd dat levende kind in tweeën, en geef de heft aan de één, en de helft aan de ander.
Maar de vrouw van wie de levende zoon was – want haar medelijden werd opgewekt vanwege haar zoon – zei tegen de koning: Och, mijn heer! Geef haar het levende kind en dood het in geen geval. Maar de ander zei: Het zal niet voor mij en ook niet voor u zijn, snijd het doormidden. Toen antwoordde de koning en zei: Geef haar het levende kind en doodt het in geen geval: zij is zijn moeder.”
En heel Israël hoorde het oordeel dat de koning geveld had, en men had respect voor de koning, want zij zagen dat de wijsheid van God in hem was om recht te doen.” (1 Koningen 3:16-28)
Gedurende de hoorzitting stroomden de tranen van Antoinette over haar wangen als getuige van hoeveel ze wel niet van haar Sheba hield. Maar dat ze tegen Victor had gezegd dat ze haar kat liever in wilde laten slapen dan dat zij of haar buren die zouden hebben, leken er de woorden van de vrouw van wie het levende kind niet was, mee door te schemeren: “Het zal niet voor mij en ook niet voor u zijn, snijd het doormidden.” Om dit wat Antoinette betreft, maar even iets anders in te vullen: “De kat zal niet voor mij en ook niet voor u zijn, laat hem maar inslapen.”…. Haar buren (van wie de kat dus niet was), hadden hier echter een andere mening over; de liefde voor de kat van een vreemde was bij hen waarschijnlijk groter dan de liefde van de rechtmatige eigenaar voor haar eigen huisdier zelf….