Dirk van Genderen: zijn Dwangmatige Dwanggedachten voor Plaatsvervangend Schuldbelijden voor Misdaden tegen de Joden. Aandacht aan Enkele Reacties in zijn Commentaarsectie & een Uitgebreide Anti-Zionistische Bijbelgetrouwe Studie.

Eerder hadden we al aandacht besteed aan het wezensvreemde artikel, “Al in de Middeleeuwen moesten Joden in de Nederlanden een geel lapje dragen.” dirkvangenderen.nl/2021/06/24/al-in-de-middeleeuwen-moesten-joden-in-de-nederlanden-een-geel-lapje-dragen/

De Reacties. 

Naast ons, hebben er nu inmiddels ook anderen er hun reactie in de commentaarsectie achtergelaten. Aanvankelijk stond er naast de onze slecht de reactie van een ander. Die van mij heeft Van Genderen later verwijderd. En dat kunnen we begrijpen: die was ook wat fel. Maar vergeet ook niet dat wát Van Genderen over Israël schrijft, altijd weer neerkomt op slechts één visie: de huidige staat Israël wordt door hem van tijd tot tijd vergoddelijkt terwijl de Palestijnen die door hem als de grote boosdoener worden beschouwd, eigenlijk de slachtoffers van een jarenlang durende wrede zionistische bezetting zijn! Laten we nu eens naar enkele van de overige reacties zijn die anderen er hebben achtergelaten; de eerste is van “Simon.” Hij schreef er het volgende:

“Hoe zalig is het volk dat naar Gods klanken hoort. Zij wandelen in ’t licht van het goddelijk aanschijn voort.’ En de kerk maar leren dat dat de kerk is. Zo ligt er op elke preekstoel de bijbel open waar de duivel zelf aan de kantlijn deze vervangingstheorie heeft neergeschreven. Gods weg met Israël is nu eenmaal anders dan die van de kerk; Israël wordt gesteld tot hoofd der volken, terwijl de genadetijd t. z. t. in een punt des tijds wordt afgesloten! De deur van genade voorgoed gesloten! Men kan dan kloppen en roepen: Heer, doe ons open; maar Gods antwoord zal zijn: Ik ken u niet. Maar ’t vrome volk dat zich in Hem verheugt zal huppelen van zielenvreugd, daar zij hun wens verkrijgen. Maar heel de Israël vijandige kerk zal [als de vrouw van Lot…] als een zoutpilaar achterblijven.” 

Nu weten we niet of onze “Simon” een Joodse trol zou kunnen zijn. Voorlopig zullen we er maar van uitgaan dat het hier een van die fanatieke christen-zionisten betreft. Kijk nu eens hoe hij het volk Israël als onderscheiden van de Kerk beschrijft. De Kerk zal haar ondergang tegemoet gaan terwijl Israël te zijner tijd eens verhoogd zal worden. De Kerk (waartoe hij, evenals Van Genderen)  ook toe behoort, wordt door “Simon” belasterd, beschimpt en (in wezen) vervloekt. En waarom? Vanwege de die door hem en Van Genderen verfoeide vervangingsleer! De Kerk zal haar levensloop op deze aarde eindigen in jammerlijke ellende terwijl Israël (wat niets van Jezus als de Messias moet hebben) eenmaal in volle glorie zal worden verhoogd. Dit is het wat onze “Simon ” schrijft! Hij kent de juiste uitleg van de Bijbel niet, papegaait alleen dat na wat hij van Van Genderen en andere fanatieke Israël-verdedigers te zeggen hebben, en weet hierbij verder niets uit te leggen! 

Jezus & zijn Joodse Tijdgenoten. 

Nu staat er ook iets dergelijks over in de Bijbel. Maar dan moet je het wél goed uitleggen! Luister maar naar het volgende:

“Toen Jezus Kapernaüm binnengegaan was, kwam er een hoofdman over honderd naar Hem toe, die Hem smeekte: Heere, mijn knecht ligt verlamd thuis en lijdt hevige pijn. En Jezus zei tegen Hem: Ik zal komen en hem genezen. De hoofdman antwoordde en zei: Heere, ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt; maar spreek slechts een woord, en mijn knecht zal genezen zijn. Want ook ik ben een mens onder gezag van anderen en heb zelf soldaten onder mij; ik zeg tegen de één: Ga! en hij gaat; en tegen de ander: Kom! en hij komt; en tegen mijn slaaf: Doe dat! en hij doet het. Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij zich, en zei tegen hen die Hem volgden: Voorwaar, Ik zeg u: Ik heb zelfs in Israël zo’n groot geloof niet gevonden. Maar Ik zeg u dat er velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan mat Abraham, Izak en Jakob in heet Koninkrijk der hemelen, en de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. En Jezus zei tegen de hoofdman: Ga heen, en het zal gaan zoals u geloofd hebt. En zijn knecht is gezond geworden op datzelfde moment.” (Mattheüs 8:5-13)

Wat we hier allereerst lezen, is dat Jezus dit zei tot Zijn Joodse tijdgenoten. De Kerk (het “oude Israël” wat op de Pinksterdag een transformatie onderging, wat vervolgens het “nieuwe Israël werd), komt hier bij wat Jezus zei, helemaal niet ter sprake. Verder gaat het hier om geloof. De romeinse hoofdman (die zoals wel duidelijk zal zijn, geen Jood was) had het geloof in Jezus wat Hij in Israël (de kinderen van het Koninkrijk) niet zag. Van die “kinderen” zei Jezus dat die uiteindelijk buitengeworpen zouden worden vanwege hun ongeloof. In plaats daarvan zouden het de gelovigen in Jezus zijn (zowel Jood als niet-Jood, waartoe ook de niet-Joodse Romeinse commandant tot behoorde), samen met Abraham, Izak en Jakob aanzitten in het Koninkrijk der hemelen. Om hier duidelijk over te zijn: het Koninkrijk wat eerst voor het “oude Israël” was, zou van deze natie worden afgenomen en gegeven worden aan hén (zowel Jood als niet-Jood) die in tegenstelling met dit “eerste Israël”, wél het geloof in Jezus hadden! Daarom dat Jezus tot Zijn Joodse tijdgenoten zei dat zij, de kinderen Gods, buitengeworpen zouden worden vanwege hun ongeloof. En hier hebben we (hoe vreselijk Van Genderen, “Simon” en de overige reageerders dit ook vinden) inderdaad de Vervangingsleer. Dit wordt hieronder nog verder uitgewerkt, waar het dan gaat over “De slechte landbouwers.” 

Mattheüs 21:40-44. 

In Mattheüs 21:33-39 lezen we de gelijkenis van “De slechte landbouwers.” Jezus vertelt er over een “heer des huizes” die nadat die er een wijngaard, omheining, een wijnpersbak aangelegd had en er een toren bij gebouwd had, hij die aan landbouwers te huur had gegeven. Vervolgens trok die nar het buitenland. Toen de tijd kwam dat er vruchten werden verwacht, stuurde de “heer des huizes” er zijn dienaren naartoe om van die landbouwers de vruchten ervan in ontvangst te nemen. Die waren daar niet zo blij mee, maar die “sloegen de één, doodden een andere, en stenigden een derde.” De heer reageert hierop door er dan nog meer dienaren naartoe de sturen. Ook die ondergaan echter hetzelfde lot. Tenslotte besloot de heer er zijn zoon naartoe te sturen, want “Voor mijn zoon zullen ze ontzag hebben.” Wanneer de landbouwers de zoon dan zien komen, beraadslagen zij onder elkaar: “Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden. Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem.”

De Uitleg bij Mattheüs 21:33-39. 

Hier volgt dan de uitleg: de “heer des huizes” staat symbool voor God (God de Vader). de dienaren (“slaven”) vertegenwoordigen de profeten van het Oude Testament. De landbouwers vertegenwoordigen het volk Israël. Het was namelijk het oude Israël wat de profeten om het leven bracht en wat daarna ook de “zoon” van de heer des huizes vermoordde; die zoon vertegenwoordigt Christus Jezus Zelf. 

Mattheüs 21:40-45. 

Dan volgen er nu de verzen 40-45 op; luister naar wat Jezus dan tot de Farizeeën (die het oude Israël vertegenwoordigden) zegt:

“Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen? Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven. Jezus zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de bouwers verworpen hadden, die is tot een hoeksteen geworden; dit is door de Heere geschied, en het is wonderlijk in onze ogen? Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt. En wie op deze steen valt, zal verpletterd worden; en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen.” En toen de overpriesters en Farizeeën deze gelijkenis van Hem hoorden, begrepen zij dat Hij over hen sprak.” 

De Vervangingsleer. 

En hier hebben we de vervangingsleer klip en klaar; de Bijbelse leer die door “Simon” verachtelijk de “vervangingstheorie” wordt genoemd. En waarvan hij zegt: “Zo ligt er op elke preekstoel de bijbel open waar de duivel zelf aan de kantlijn deze vervangingstheorie heeft neergeschreven.” En weet je wat? Onze Dirk vond het de moeite waard om ook deze reactie in zijn commentaarsectie te plaatsen, terwijl hij onze reactie voor het gemak maar verwijderd heeft! Dit is echter ook weer niet vreemd en toch te verklaren: net zoals “Simon” een gruwelijke hekel aan de Kerk blijkt te hebben, schrijft ook Van Genderen de Kerk allerlei (al of niet verbeelde misdaden) tegen het Joodse volk toe. Dezelfde Kerk waar ook hij toe behoort! Had die het eerder over de holocaust waarvoor de Kerk plaatsvervangende belijdenis moest doen voor de misdaden van de vaderen, nu wordt Van Genderen voortgedreven door dwanggedachten om nu ook nog eens plaatsvervangende belijdenis voor de misdaden van het verre voorgeslacht in de Middeleeuwen tegen het Joodse volk gepleegd, te gaan doen. In beide gevallen echter, hebben wij (de huidige generatie) daar nooit iets van doen mee gehad! 

Het Jaar 70 AD: de Profetie van Jezus Vervuld. 

Nadat Jezus aan het kruis gestorven, begraven en uit de dood opgestaan was, gaf Hij aan Zijn discipelen voor Hij ten hemel zou varen, Zijn laatste instructies. (Handelingen 1:4-9) En nadat zij de Heilige Geest ontvangen hadden  en het Evangelie waren begonnen te verkondigen (Handelingen 2), zouden de discipelen/apostelen merken dat zij naast hen die door hun prediking tot geloof kwamen, ook vele vijanden hadden. De Farizeeën (met in hun gedachten nog levendig de woorden van Jezus gegrift (zie Mattheüs 21:43), begonnen toen in alle felheid de Kerk te vervolgen. Als raciale zelfvereerders die de Farizeeën en de Joden waren, konden die er geen uitverkoren volk naast zich hebben! Zij waren immers de enige uitverkorenen en daarom was een uitverkoren christelijk Kerk met als Hoofd Christus Jezus naast hen dan ook zeer ongewenst. En zo namen er de jaloezie en afgunst de overhand. Zij die eerder Jezus uit afgunst aan Pontius Pilatus hadden uitgeleverd (zie Mattheüs 27:18), vervolgden nu Zijn lichaam, de Kerk met dezelfde afgunst en jaloezie. Hier volgt slechts een van de voorbeelden:

“En toen de synagoge uitgegaan was, volgden vele van de Joden en van de godvrezende proselieten Paulus en Barnabas. Die spraken tot hen en spoorden hen aan om bij de genade van God te blijven. En op de volgende sabbat kwam bijna heel de stad samen om het Woord van God te horen. Maar toen de Joden de menigten zagen, werden zij met afgunst vervuld en spraken tegen wat er door Paulus gezegd werd; zij spraken niet alleen tegen, maar lasterden ook. Maar Paulus en Barnabas zeiden vrijmoedig: Het was nodig dat het Woord van God eerst tot u gesproken zou worden, maar nu u het verwerpt en uzelf het eeuwige leven niet waardig oordeelt, zie, wij wenden ons tot de heidenen. Zo immers heeft de Heere ons geboden: Ik heb u tot een licht voor de heidenen gesteld, opdat u tot zaligheid zou zijn tot aan het uiterste van de aarde.” (Handelingen 13:43-47)

Jesaja 49:5-6. 

In het eerste bovenstaande vers lezen we dat er ook “vele Joden” waren, die gehoor aan het Woord van God zoals door Paulus en Barnabas gepredikt, gaven. Het waren echter die Joden die ongehoorzaam aan het Woord van God bleven, die tegen de apostelen ingingen. Dat wat Paulus en Barnabas zeiden dat God hen tot een licht voor de heidenen had gesteld zeiden, is de vervulling van een profetie uit het boek Jesaja; daar gaat het dan over Jezus We lezen hierover in Jesaja 49. We lezen er dat Jesaja profeteerde (waarbij Jezus door hem sprak) dat God Hem van de moederschoot af geroepen had; God had Zijn “mond tot een scherp zwaard” en tot “een puntige pijl” gemaakt. God had Jezus gezegd dat Hij Zich in Hem zou verheerlijken. Dit heeft te maken met de bediening die Jezus in Israël zou vervullen. Maar:

Ik, Ik zei: Voor niets heb Ik Mij vermoeid, nutteloos en tevergeefs heb Ik Mijn kracht verbruikt.” (Jesaja 49:1-4) Dan lezen we verder:

“En nu zegt de HEERE, Die Zich Mij vanaf de moederschoot tot Knecht heeft geformeerd om Jakob tot Hem terug te brengen – maar Israël zal zich niet laten verzamelen. Niettemin zal Ik verheerlijkt worden in de ogen van de HEERE, en Mijn God zal Mijn kracht zijn. Hij zei: het is te gering dat U een Knecht voor Mij zou zijn om op te richten de stammen van Jakob en om hen die van Israël gespaard werden, terug te brengen. Ik heb U ook gegeven tot een Licht voor de heidenvolken, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde.” (verzen 5-6)

De Drievoudige Vervulling in één Profetie. 

Wat we hier boven nu zien, blijkt dit een profetie te zijn met een drievoudige vervulling. We lezen er dat Israël zich niet door Jezus zou laten verzamelen. Dit zou echter wel gebeuren met “hen die van Israël gespaard werden.” En ten derde had God Jezus ook “tot en Licht voor de heidenvolken” gegeven. En dit zien we weer terug in Handelingen 13:43-47. Allereerst waren er “vele Joden” die Paulus en Barnabas volgden, de “gespaarden van Israël.” Die Joden die ongehoorzaam bleven, tegen de apostelen ingingen en lasterden, waren “het Israël wat zich niet zou laten verzamelen.” Waarna God de apostelen de opdracht gaf zich met het Evangelie te wenden tot de heidenen. En zo werd de profetie dat Jezus (via de apostelen) “tot een Licht voor de heidenvolken, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde” zou zijn, vervuld. 

Wel, zoals de ongehoorzame Joden Paulus en Barnabas lasterden,  doet onze “Simon” dat nu ook tegen de Kerk; daarom dat er bij ons het vermoeden versterkt wordt dat we hier wel eens met een Christenen-hatende Jood te maken zouden kunnen hebben! En de vervolging van de toen nog prille Kerk ging zolang door tot God vond dat het nu wel genoeg was. En zo kwam de steen in het jaar 70 AD recht op Israël en het Joodse volk terecht in de vorm van de Romeinse legioenen onder leiding van de veldheer Titus. Zo maakte God ook een einde aan de (nu vervallen) eredienst van Mozes de tempel en Jeruzalem. En zo werden de woorden van Jezus: “En op wie hij” (de steen) “valt, die zal hij vermorzelen” letterlijk vervuld. Wanneer we de vreselijke gruwelen die er door de “Romeinse furie” in Israël en Jeruzalem tegen de joden werden gepleegd nagaan terwijl die er zich te vuur en te zwaard een weg door baande, doet dit het bloed in de aderen letterlijk stollen: Mannen, vrouwen, ouderen, kinderen en zelfs baby’s, werden er door de Romeinen genadeloos afgeslacht! Toen er zich op een bepaald moment het gerucht begon te verspreiden dat er Joden zouden zijn die stukjes goud zouden hebben ingeslikt om die voor later te kunnen bewaren, namen de Romeinen die wanneer zij hen gevangen hadden, en sneden hen levend en wel open om toch dat goud in bezit te kunnen krijgen! Hoe vreselijk dit alles ook is (en het was ook vreselijk), dit was nochtans het oordeel van God over Israël en Jeruzalem! De tempel werd er volkomen verwoest zoals Jezus eerder geprofeteerd had. Voordat dit zou gebeuren, had Jezus de Farizeeën en schriftgeleerden al geprofeteerd wat die met de toekomstige Kerk zouden doen:

“Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bouwt de graven voor de profeten en versiert de grafmonumenten van de rechtvaardigen, en u zegt: Als wij in de tijd van onze vaderen hadden geleefd, hadden wij niet met hen meegewerkt om het bloed van de profeten te vergieten. Aldus getuigt u tegen uzelf, dat u kinderen bent van hen die de profeten gedood hebben. Maakt ook u dan de maat van uw vaderen vol! Slangen, adderengebroed, hoe zou u aan de veroordeling tot de hel ontkomen? Daarom, zie, Ik zend profeten, wijzen en schriftgeleerden naar u toe, en sommigen van hen zult u doden en kruisigen, en sommigen van hen zult u geselen in uw synagogen, en u zult hen vervolgen van stad tot stad, opdat over u al het rechtvaardige bloed zal komen dat vergoten is op de aarde, vanaf het bloed van de rechtvaardige Abel tot het bloed van Zacharia, de zoon van Berechja, die u gedood hebt tussen de tempel en het altaar. Voorwaar, Ik zeg u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht.” (Mattheüs 23:29-36)

Jezus verweet het hen niet dat zij de kinderen van de vaderen die de profeten gedood hadden op zich waren. De Bijbel leert duidelijk dat de zoon van een vader die de zonden van zijn vader wel ziet, maar die hijzelf niet doet, niet voor die zonden zal worden gestraft. Zie in dit verband Ezechiël 18:14-17. Het gaat hier bij Jezus echter om de zonen van de vaderen, die waarvan die vaderen al een hekel aan de profeten hadden, hun zonen op hun beurt op zich al een hekel aan Jezus hadden. En in dit verband vertelde Hij hen wat zij de dan nog toekomstige Kerk, Zijn lichaam waarvan Hij het Hoofd is, aan zouden doen. Wat na lange tijd van vervolging resulteerde in het boven uitgelegde oordeel van God over Israël door de Romeinen.

Troost Mijn Volk. 

We zullen onze aandacht nu richten op een van de lezers van de artikelen die als die Israël en/of het Joodse volk als onderwerp hebben, er een regelmatig terugkerende klant blijkt te zijn: Zijn nick-name: “Troost Mijn Volk.” Ook nu was hij er weer van de partij; zijn commentaar over het artikel van Van Genderen over de Joden in de Middeleeuwen is als volgt:

“Sjalom Dirk, andere lezers. 

De zaken waarover je praat zijn voor mij als Jood zeer herkenbaar. Het laat de dubbele agenda zien van de kerkelijke leiders in die dagen, maar ook in deze dagen. Het moeilijk doen over iets wat ver van mijn bed afstaat is een pure drogreden. Blijkbaar heeft de kerk niets geleerd van de woorden van Nehemia, die duidelijk is wat het voorgeslacht heeft aangedaan. Trek die lijn gerust door vanuit de Tien Woorden en dan zien wij direct het effect van de woorden: die de misdaden toerekent aan het derde en vierde geslacht. Wat is dan die toerekening en waar bestaat die dan uit? Die toerekening is de straffende hand van de Eeuwige, over de nakomende generatie die afdwalen van de geboden en inzettingen van de Eeuwige. 

Conform aan de woorden in Deuteronomium zal er een sanctie volgen. Dat hebben wij Joden geweten ten tijde van de Rechters en de daaropvolgende perioden.” 

Voordat we verder gaan om ook de rest van de reactie van “Troost Mijn Volk” te citeren, zullen we hier even pauzeren. Allereerst zegt hij dat niet alleen de kerken in het verleden, maar ook de kerken van vandaag er een “dubbele agenda” op na zouden houden. In wat hij daarna zegt, lis hij eerlijk en oprecht. Het Bijbelboek Richteren (hij noemt het de tijd van “de Rechters”) laat ook zien dat de Israëlieten regelmatig tot geloofsafval vervielen. Een voorbeeld:

“Toen Ehud gestorven was, deden de Israëlieten opnieuw wat slecht was in de ogen van de HEERE. Daarom leverde de HEERE hen over in de macht van Jabin, koning van Kanaän, die te Hazor regeerde. En zijn legerbevelhebber was Sisera. Deze nu woonde in Haroseth-Haggojim. Toen riepen de Israëlieten tot de HEERE, want hij had negenhonderd ijzeren strijdwagens en hij had de Israëlieten met geweld onderdrukt, twintig jaar lang.” (Richteren 4:1-3)

Waarna God, nadat zij weer tot bekering waren gekomen, Debora en Barak gebruikt om de Israëlieten uit de macht van de Kanaänitische onderdrukkers te verlossen. Na de verlossing had Israël voor veertig jaar vrede. Daarna echter, lezen we, “Maar de Israëlieten deden wat slecht was in de ogen van de HEERE. Toen gaf de HEERE hen over in de hand van Midian, zeven jaar. (richteren 6:1) Daarna is het Gideon die door God tot richter geroepen wordt om Israël te bevrijden. Wat dit betreft, heeft onze Joodse vriend gelijk. Dan gaan we verder met de rest van zijn reactie:

“De mateloze bemoeienis van de kerken over dat wij Joden zo een verdorven volk zijn is pure arrogantie. Een harde conclusie, die niet alleen van deze tijd is. Ook in de Middeleeuwen was dit het geval. Maar ja, dat krijg je als je de plaats van Israël in wil nemen als kerk. Blasfemie is de kerken beslist niet vreemd. Ook de onschuldige woorden: wij waren er niet bij steekt mij bijzonder.” 

Hier pauzeren we weer even. Met zijn woorden, “Maar ja, dat krijg je als je de plaats van Israël in wil nemen als kerk”, gaat onze Joodse vriend toch de verkeerde kant op: zoals boven goed uitgelegd, is het “nieuwe Israël” (de Kerk) uit het “oude Israël” voortgekomen. En punt twee: Jezus Zelf heeft het Koninkrijk Gods uit de handen van de overpriesters en Farizeeën (die het oude Israël vertegenwoordigden) weggenomen en aan een volk (de Kerk) gegeven, wat er de vrucht van voort zou brengen. En dat blasfemie de kerken niet vreemd zou zijn? Het waren juist de ongehoorzame Joden die Paulus en Barnabas (vertegenwoordigers van de Kerk) lasterden! Ook de woorden “Wij waren er niet bij” (waarmee hij natuurlijk de huidige generatie Christenen die nooit deel hebben gehad aan wat het verre voorgeslacht de Joden aangedaan had, bedoelt), “Steekt mij bijzonder.” Met andere woorden: ook wij (de huidige generatie) moeten ons in het stof werpen voor hem (en het Joodse volk) om zo plaatsvervangende belijdenis voor de zonden van anderen te doen! 

Plaatsvervangende Belijdenis voor Vervolging van de Kerk door Joden.

Well, dan hebben wij er ook nog een: Zou het onze Joodse vriend dan niet eens sieren als hij eens een plaatsvervangende belijdenis zou willen gaan doen voor wat zijn vroege Joodse voorvaderen de Kerk al niet hebben aangedaan? Maar dan horen we hem niet. Het enige wat hij doet, is steeds wanneer Van Genderen weer een een warrig artikel over het door hem vergoddelijkte Israël en de door hem geminachte Kerk geschreven heeft, er verschijnen om de Kerk er met zijn jammerlijke aanklachten (dewelke vervolgens ten hemel schreiend en ten hemel roepende geleidelijk aan opstijgen) er weer eens van langs te geven! Dan gaat hij verder:

“Natuurlijk hebben wij Joden beslist geen schoonheidsprijs in ons zeer lange bestaan hier op aarde.” 

Hier maakt hij duidelijk dat ook het Joodse volk kan zondigen, iets wat we er in de artikelen van Van Genderen echter nergens terug in zien. Hij heeft er alleen maar tijd voor, het Joode volk een “goddelijke status” toe te kennen terwijl zowel de kerkelijke en seculiere wereld een “besmet verleden” zouden hebben. Dan gaat onze Joodse vriend verder:

“De kerken hebben hun bijdrage voldoende geleverd. Maar ook dat is een zegen geweest voor mijn volk. Daarmee hebben zij zich niet laten assimileren met de kerken. Slechts een enkeling onder ons is overgegaan naar het christendom, maar heeft zich daar niet altijd thuis gevonden.” 

Ook hier weer: het Joodse volk is een “apart volk”, verschillend van alle overige volken en vooral verschillend van het Christendom. Het zál en mág dan ook nooit dezelfde status krijgen naast die beide. Kortom: wij zíjn het en de rest hangt er maar wat als het bekende “vijfde wiel aan de wagen” bij. Maar wat zegt de Bijbel? Lees maar weer mee:

“Lieg niet tegen elkaar , aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, en u met de nieuwe mens bekleed hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft. Daarbij is niet Griek en Jood van Belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen.” (Kolossenzen 3:9-11)

De term “Griek” staat hier voor “niet-Jood.” Paulus zegt hier dus dat het niet belangrijk is of we Joods zijn of niet; we zijn hier allemaal gelijk. 

Elders wordt dit door de apostel (die, zoals we weten, zelf van Joodse afkomst was) nog duidelijker uitgedrukt. En dat niet alleen: hij maakt dan vooral duidelijk wie de ware erfgenamen van de beloften door God aan Abraham gedaan, zijn:

“Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Joods is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.” (Galaten 3:26-29)

Zien we dit goed? Paulus (nogmaals: zelf een Jood) schrijft hier dat er geen enkel verschil is tussen Jood en niet-Jood. In de vroege Kerk waren de Joden er dus met de niet-Joden geassimileerd. Dat sommige Joden er volgens onze Joodse vriend niet altijd thuis gevoeld hadden in de Kerk, valt dan ook wel te verklaren: daar hadden die er geen boven de niet-Joden verheven “speciale status” meer, die hen nu echter wél toegekend wordt door zowel onze Joodse vriend als door Van Genderen! En uitgaande van wat Paulus hier zegt, zal duidelijk zijn dat het de Kerk is, die het (geestelijke) nageslacht van Abraham is. En in verband hiermee lezen we elders in deze brief:

“Welnu, zo zijn de beloften aan Abraham en zijn nageslacht gedaan. Hij zegt niet: En aan de nageslachten, alsof er sprake zou zijn van velen; maar van één: En aan uw Nageslacht; dat is Christus.” (Galaten 3:16)

En zo zien we dat alle beloften aan Abraham gedaan, vervuld zijn in Christus Jezus. En het is de Kerk wat Zijn lichaam is en waarvan Hij het Hoofd van is. En zo zijn de beloften ook vervuld in de Kerk, de ware erfgenaam van Abraham!  En het is nu dit, waar Van Genderen, de overige christen-zionisten en voornamelijk onze Joodse vriend hier, zo ’n hekel aan hebben. Ja, ook bij “Troost Mijn Volk” zit er de jaloezie dat het slechts de Kerk is die de ware erfgenaam van Abraham is, nog flink en goed in! Dan weer naar wat onze Joodse vriend nog verder te zeggen heeft:

“Gelukkig treden een groot aantal Joden uit de kerken op zoek naar hun werkelijke roods” (wat eigenlijk “roots” moet zijn, by the way), “en sluiten zich aan bij Messiasbelijdende Joodse gemeenten.” 

Wel dat kan; als je je er niet langer thuis voelt in de kerken waar je niet langer een boven alles en iedereen verheven aparte status hebt, maar waar iedereen gelijk is, dan doe je dat! Waarna hij besluit met:

Collectieve schuldvergeving kan nooit kwaad. Wij Joden doen dat op Yom Kipoer voor het komende jaar en kijken met afschuw terug naar het afgelopen jaar. Dat is het Bijbelse principe van schuld en vergeving.”

Dat klinkt mooi; maar aangezien onze Joodse vriend zelf, zich samen met andere Meissiasbelijdende Joden, boven alles en iedereen verheven voelt, vragen we ons echter wel af, wat er precies op die “Grote Verzoendag” gebeden en beleden wordt! Tot zover het “getuigenis” van “Troost.”

Reino. 

De volgende reactie die we nu gaan behandelen, is van “Reino.” En ook die blijkt bijzonder te zijn’ let eens op wat hij precies schrijft :

“Ik schaam min plaatsvervangend diep over wat gelovigen het Joodse volk hebben aangedaan. En wereldwijd nog steeds geloven de meeste christenen dat God met de Joden heft afgedaan en aan de zogenaamde betere christenen hun beloften heeft gegeven. Hoe de kinderdoop wordt gedaan, totaal fout, want wij stammen niet af van de voorvaderen van het Joodse volk. Ik heb Hebreeuwse les bij een vrouw van een rabbijn. Ik merk haar felheid naar het christendom maar ze merkt wel op dat ze blij is met christenen die Israël en de Joden steunen. Ik merk ook op dat wij absoluut bij hen niet met Jezus moeten aankomen, dat dit door God of Messiasbelijdende Joden beter gedaan kan worden, want groot is de afkeer van de christenen die hun bijbel vervalst hebben zoals zij het beschrijft.” 

Dat kan natuurlijk; het “goede voorbeeld”is hierboven al door “Troost Mijn volk” gegeven. Maar of ook God het beter gedaan zou hebben? Uit wat we hierboven vanuit de bijbel hebben beschreven, blijkt God iets heel anders te zeggen te hebben dan de Messiasbelijdende Joden! En dat we niet fysiek van de Joodse voorvaderen afstammen, okay, maar wij, de Kerk, zijn wél de ware erfgenamen van Abraham zoals door Paulus uitgelegd in Galaten 3:29! Of de Christenen dan volgens de dame ook “vervalst” zouden hebben, die zal dan eerder door orthodoxe Joden zijn vervalst! “Reino” vervolgt dan met:

“Ik ga nu ook een Tenach kopen met een perfecte uitleg via rabbijnen omdat ik zelf wil zien waar de fouten in de vertaling zitten.” 

Ja, “Reino”, die rabbijnen die niet eens in Jezus geloven, zullen je wel precies kunnen vertellen, waar al die “fouten” in jouw Bijbel zitten. Uit wat we hierboven allemaal uit de Bijbel beschreven hebben, zal jij echter geen fouten aantreffen!

“Ik was erg verdrietig en gekwetst toen ze zei dat ik me vasthield aan een leugen en die bijbel beter weg kon gooien. Maar we hebben wat geappt, en ik begrijp nu dat zij verwond is door wat niet-Joden, christenen met hun Thora hebben gedaan. Zij wil hun Tenach beschermen. Ik ga zeker een aangeraden bijbel aanschaffen en gooi natuurlijk niet mijn bijbel weg.”

Dat ook de Kerk niet altijd “schone handen” heeft gehad, erkennen ook wij. Maar valt die “felheid” deels ook niet terug te voeren op de weerzin die de oude Farizeeën tegen Jezus hadden? Wat voor “aangeraden bijbel” Reino aanbevolen heeft gekregen, weten we niet; waarschijnlijk  zal die grotendeels verschillen met wat er in onze Bijbels staat. En dat je hierbij “natuurlijk niet mijn bijbel” bij weggooit, toch nog iets van gezond verstand!

“Maar het laat zien hoe groot hun afschuw is van alles wat met het christendom te maken heeft.”

Dat is waar: al in het boek Handelingen lezen we hoe de prille Kerk zwaar werd vervolgd door voornamelijk Joden die Jezus als de Christus niet hadden willen accepteren! Vandaag zal dat wel niet anders zijn; de “vervolging” waaronder de Kerk nu te lijden heeft, bestaat uit het belasteren en beschimpen van het lichaam van Christus; kijk maar naar de felle, antichristelijke reactie van “Simon”!

“Dus ik heb ook haar gezegd me diep te schamen voor wat hun is aangedaan. Ik had het geluk met liefde voor Israël op te groeien en niet met de arrogante vreselijke vervangingsleer.”

Wel, dan zal je ook wel een vreselijke hekel hebben aan wat Paulus zoals hierboven beschreven heeft over het feit dat de Kerk als het “nieuwe Israël” juist voortgekomen is uit het “oude Israël en met name aan Mattheüs 21:43 waar Jezus zei dat Hij het Koninkrijk Gods van de schriftgeleerden en Farizeeën (en de Joden) weg zou nemen en aan een ander volk (de Kerk) gegeven zou worden. En tot op heden is er gen bewijs dat Hij hen  dit ook teruggegeven zou hebben…

“Maar de meeste christenen hebben nog steeds niks met Zijn volk ook al lezen ze in een Joodse (voor haar vervalste) bijbel en geloven ze in een Joodse Messias. Ik heb er niks mee zeggen christenen ook tegen mij. Onbegrijpelijk. Getuig door te steunen, niet door te preken.” 

Ja, Reino, wij, Christenen, hebben ook niets met Israël (waar er naast de islamitische Palestijnen ook de Palestijnse Christenen er onder een wrede zionistische bezetting moeten leven en er, evenals de Palestijnse moslims vervolgd worden) te maken. En om dat nu te steunen? Daar steun je de vijand van het Christendom mee. En dat in plaats van te “preken”? Het wordt eens tijd dat er het wáre Evangelie over wordt gepredikt, namelijk: het Evangelie dat ons leert dat de Farizeeën en de Joden (op een handvol na), toen al zo een hekel aan Jezus hadden, en dat dit zich tot nu toe heeft voortgezet.

Tot Besluit. 

We zullen dit lange betoog eindigen met het volgende: Paulus schreef aan de Kerk in Korinthe onder meer het volgende:

“Want omdat in de wijsheid van God , de wereld door haar wijsheid God niet heeft leren kennen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken hen die geloven. Immers, de Joden vragen om een teken en de Grieken zoeken wijsheid; wij echter, prediken Christus, de Gekruisigde, voor de Joden een struikelblok en voor de Grieken een dwaasheid. Maar voor hen die geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, prediken wij Christus, de kracht van God en de wijsheid van God.” (1 Korinthe 1:21-24)

Wat nu het “struikelblok” voor de Joden betreft, is het Evangelie zoals hierboven door Paulus de apostel beschreven, ook nu nog “voor de Joden een struikelblok” waar de (soms felle) beschuldigingen van christen-zionisten aan het adres van de Kerk aan toe te schrijven zijn. En het christen-zionisme is op zijn beurt weer “voor de Joden neen struikelblok” waardoor zij Jezus zoals Die op de juiste wijze in de Bijbel beschreven wordt, niet kunnen  herkennen. In plaats daarvan is dit christen-zionisme een leer, samengesteld uit meest Joodse fabelen. Het is dan ook niet voor niets dat de apostel hier voor die fabelen, nu lang geleden, gewaarschuwd had:

“Want er zijn ook veel opstandigen, mensen die zinloos praten en misleiders, vooral die uit de besnijdenis zijn. Men moet hun de mond snoeren. Zij brengen hele huisgezinnen in verwarring, door te leren wat onbehoorlijk is, om schandelijke winst. Een van hen, hun eigen profeet, heeft gezegd: Kretenzen zijn altijd leugenaars, kwade beesten, luie buiken. Dit getuigenis is waar. Wijs hen daarom streng terecht, opdat zij gezond zullen zijn in het geloof, en zich niet zullen bezighouden met Joodse verzinsels en geboden van mensen die zich van de waarheid afkeren.” (Titus 1:10-14)

Het is nogal wat, wat de apostel hier zegt! Maar laten we ons niet vergissen mat wat die “Joodse verzinsels” tot nu toe al is veroorzaakt: in dit geval een man, Dirk van Genderen genaamd, met dwangmatige dwanggedachten om nu ook plaatsvervangend schuld te belijden voor misdaden tegen de Joden in het verleden waar wij nooit iets mee te maken hebben gehad; een Messiaanse Jood “Troost Mijn Volk” genaamd die het wel goed vindt dat Van Genderen dit wel Samen met reageerders in zijn commentaarsectie) doet; maar die er zelf niet toe te porren is om ook eens plaatsvervangend schuld te belijden om wat zijn verre voorvaderen, de Farizeeën, de schriftgeleerden de vroege Kerk hebben aangedaan. Het is dan om die reden dat deze mensen, zoals Paulus het zegt, de mond gesnoerd moet worden! 

Ton Nuiten – Donderdag 2 Juli 2021.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit:
close-alt close collapse comment ellipsis expand gallery heart lock menu next pinned previous reply search share star